nl
stringlengths
0
3.89k
en
stringlengths
0
3.95k
source
stringclasses
5 values
quality
float64
0.2
0.9
translation
dict
Het poeder is wit tot geel.
The powder is white to yellow.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane monotherapie is geïndiceerd voor de behandeling van metastaserende borstkanker bij patiënten bij wie de eerstelijnsbehandeling voor metastaserende ziekte mislukt is en voor wie een standaardbehandeling met anthracycline niet geïndiceerd is zie ook rubriek 4.4).
Abraxane monotherapy is indicated for the treatment of metastatic breast cancer in patients who have failed first-line treatment for metastatic disease and for whom standard, anthracycline containing therapy is not indicated (See also section 4.4).
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane dient te worden toegediend onder toezicht van een bevoegd oncoloog op afdelingen die gespecialiseerd zijn in de toediening van cytotoxische middelen.
Abraxane should only be administered under the supervision of a qualified oncologist in units specialised in the administration of cytotoxic agents.
EMEA-V3
0.9
null
De reconstitutieprocedure wordt beschreven in rubriek 6.6
The procedure for reconstitution is described in section 6.6.
EMEA-V3
0.9
null
De aanbevolen dosis abraxane is 260 mg/m2 intraveneus om de 3 weken gedurende 30 minuten toegediend.
The recommended dose of Abraxane is 260 mg/ m2 administered intravenously over 30 minutes every 3 weeks.
EMEA-V3
0.9
null
Dosisbepaling tijdens de behandeling:
Dose adjustments during treatment:
EMEA-V3
0.9
null
Voor patiënten die ernstige neutropenie (aantal neutrofielen < 0,50 x 109/l gedurende een week of langer) of ernstige sensorische neuropathie ondervinden tijdens de behandeling met abraxane, dient de dosering verlaagd te worden tot 220 mg/m2 voor volgende kuren.
Patients who experience severe neutropenia (neutrophil count < 0.50 x 109/ l for a week or longer) or severe sensory neuropathy during Abraxane therapy should have the dose reduced to 220 mg/ m2 for subsequent courses.
EMEA-V3
0.9
null
Als opnieuw ernstige neutropenie of ernstige sensorische neuropathie optreedt, dient de dosis nogmaals verlaagd te worden tot 180 mg/m2.
Following recurrence of severe neutropenia or severe sensory neuropathy, additional dose reduction should be made to 180 mg/ m2.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane mag pas weer worden toegediend nadat het aantal neutrofielen hersteld is tot > 1,5 x 109/l.
Abraxane should not be administered until neutrophil counts recover to > 1.5 x 109/ l.
EMEA-V3
0.9
null
Voor graad 3 sensorische neuropathie dient u de behandeling te staken tot een herstel tot graad 1 of 2, gevolgd door een dosisvermindering voor alle volgende kuren.
For grade 3 sensory neuropathy withhold treatment until resolution to grade 1 or 2, followed by a dose reduction for all subsequent courses.
EMEA-V3
0.9
null
2 Patiënten met leverdisfunctie:
2 Patients with hepatic impairment:
EMEA-V3
0.9
null
Er zijn op dit moment geen gegevens beschikbaar om doseringsveranderingen aan te bevelen voor patiënten met lichte tot matige leverdisfunctie (zie rubrieken 4.4. en 5.2).
Insufficient data are currently available to recommend dose modifications in patients with mild to moderate hepatic impairment (see sections 4.4. and 5.2).
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten met een ernstige leveraandoening mogen niet met paclitaxel worden behandeld.
Patients with severe hepatic impairment should not be treated with paclitaxel.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten met verminderde nierfunctie:
Patients with impaired renal function:
EMEA-V3
0.9
null
Er zijn geen onderzoeken uitgevoerd bij patiënten met een verminderde nierfunctie en er zijn momenteel onvoldoende gegevens beschikbaar om dosisveranderingen aan te bevelen bij deze patiënten (zie rubriek 5.2).
Studies in patients with impaired renal function have not been performed and insufficient data are currently available to recommend dose modifications in patients with renal impairment (see section 5.2).
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen jonger dan 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens over de veiligheid en de werkzaamheid.
Abraxane is not recommended for use in children below age 18 years due to insufficient data on safety and efficacy.
EMEA-V3
0.9
null
In klinisch onderzoek zijn geen toxiciteiten opvallend vaker voorgekomen bij ouderen die abraxane hebben gekregen.
In the clinical studies, no toxicities occurred notably more frequently among elderly patients who received Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Borstvoeding.
Lactation.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten van wie op uitgangsniveau het aantal neutrofielen < 1,5 x 109/l is.
Patients who have baseline neutrophil counts < 1.5 x 109/ l.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane is een albuminegebonden nanopartikelformulering van paclitaxel, die aanzienlijk andere farmacologische eigenschappen kan hebben dan andere formuleringen van paclitaxel (zie rubriek 5.1 en 5.2).
Abraxane is an albumin-bound nanoparticle formulation of paclitaxel, which may have substantially different pharmacological properties compared to other formulations of paclitaxel (see sections 5.1 and 5.2)..
EMEA-V3
0.9
null
Overgevoeligheid:
Hypersensitivity:
EMEA-V3
0.9
null
Indien overgevoeligheid optreedt dient de toediening van het product onmiddellijk gestaakt te worden, er dient met behandeling van de symptomen te worden begonnen en mag die patiënt niet opnieuw met paclitaxel worden behandeld.
If hypersensitivity occurs, the medicinal product should be discontinued immediately, symptomatic treatment should be initiated, and that patient should not be rechallenged with paclitaxel.
EMEA-V3
0.9
null
Beenmergsuppressie (voornamelijk neutropenie) treedt vaak op met abraxane.
Bone marrow suppression (primarily neutropenia) occurs frequently with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Neutropenie is dosisafhankelijk en een dosisbeperkende toxiciteit.
Neutropenia is dose-dependent and a dose-limiting toxicity.
EMEA-V3
0.9
null
Tijdens de behandeling met abraxane dient het aantal bloedcellen veelvuldig gecontroleerd te worden.
Frequent monitoring of blood cell counts should be performed during Abraxane therapy.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten mogen niet worden behandeld met volgende abraxanecycli totdat het aantal neutrofielen zich hersteld heeft tot > 1,5 x 109/l en het aantal trombocyten zich hersteld heeft tot > 100 x 109/l.
Patients should not be retreated with subsequent cycles of Abraxane until neutrophils recover to > 1.5 x 109/ l and platelets recover to > 100 x 109/ l.
EMEA-V3
0.9
null
Neuropathie:
Neuropathy:
EMEA-V3
0.9
null
Sensorische neuropathie treedt vaak op met abraxane, hoewel de ontwikkeling van ernstige symptomen minder vaak voorkomt.
Sensory neuropathy occurs frequently with Abraxane, although development of severe symptoms is less common.
EMEA-V3
0.9
null
Het optreden van graad 1 of 2 sensorische neuropathie vereist over het algemeen geen dosisvermindering.
The occurrence of grade 1 or 2 sensory neuropathy does not generally require dose reduction.
EMEA-V3
0.9
null
Als er zich graad 3 sensorische neuropathie ontwikkelt, dient de behandeling te worden gestaakt tot herstel tot graad 1 of 2 optreedt, gevolgd door een dosisvermindering voor alle volgende kuren met abraxane (zie rubriek 4.2).
If grade 3 sensory neuropathy develops, treatment should be withheld until resolution to grade 1 or 2 followed by a dose reduction for all subsequent courses of Abraxane is recommended (see section 4.2).
EMEA-V3
0.9
null
3 Leveraandoening:
3 Hepatic Impairment:
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten met een leveraandoening lopen een verhoogde kans op toxiciteit, in het bijzonder als gevolg van myelosupressie en dergelijke patiënten dienen nauwgezet in de gaten te worden gehouden voor de ontwikkeling van verregaande myelosupressie.
Patients with hepatic impairment may be at increased risk of toxicity, particularly from myelosuppression, and such patients should be closely monitored for development of profound myelosuppression.
EMEA-V3
0.9
null
Het gebruik van abraxane is niet officieel bestudeerd bij specifieke patiënten met een leveraandoening.
The use of Abraxane has not been formally studied in patients specifically with hepatic impairment.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten met een ernstige leveraandoening (bilirubine > 5 x ULN of ASL/ALT > 10 x ULN) mogen niet worden behandeld met abraxane.
Patients with severe hepatic impairment (bilirubin > 5 x ULN or ASL/ ALT > 10 x ULN) should not be treated with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
De gepaste dosiskuur bij patiënten met een minder ernstige leveraandoening is niet bekend.
The appropriate dose regimen in patients with less severe hepatic impairment is unknown.
EMEA-V3
0.9
null
Hoewel met abraxane in verband staande cardiotoxiciteit niet duidelijk aangetoond is, zijn hartproblemen niet ongewoon in de aangegeven populatie, vooral bij patiënten die eerder anthracyclinen hebben gekregen of een onderliggende hart- of longziekte hebben.
While cardiotoxicity unequivocally related to Abraxane has not been demonstrated, cardiac events are not uncommon in the indicated population, especially in patients who have previously received anthracyclines or have underlying cardiac or pulmonary disease.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten die abraxane krijgen moeten daarom goed gecontroleerd worden door artsen voor het optreden van hartproblemen.
Thus patients receiving Abraxane should be vigilantly monitored by physicians for the occurrence of cardiac events.
EMEA-V3
0.9
null
Seksueel actieve mannen en vrouwen dienen effectieve anticonceptiemethoden te gebruiken tijdens de behandeling en maximaal zes maanden na de behandeling voor mannen en één maand na de behandeling voor vrouwen (zie rubriek 4.6).
Sexually active men and women should use effective methods of contraception during treatment and up to six months after treatment for men, and one month after treatment for women (see section 4.6).
EMEA-V3
0.9
null
De werkzaamheid en veiligheid van abraxane bij patiënten met metastasen in het centrale zenuwstelsel is niet vastgesteld.
The effectiveness and safety of Abraxane in patients with central nervous system (CNS) metastases has not been established.
EMEA-V3
0.9
null
Metastasen in het centrale zenuwstelsel worden over het algemeen niet goed onder controle gehouden door systemische chemotherapie.
CNS metastases are generally not well controlled by systemic chemotherapy.
EMEA-V3
0.9
null
Gastrointestinale symptomen
Gastrointestinal Symptoms:
EMEA-V3
0.9
null
Indien patiënten misselijkheid, braken en diarree ondervinden na de toediening van abraxane, kunnen ze worden behandeld met gebruikelijke anti-emetica en constipatiemiddelen.
If patients experience nausea, vomiting and diarrhoea following the administration of Abraxane, they may be treated with commonly used anti-emetics and constipating agents.
EMEA-V3
0.9
null
Na reconstitutie bevat abraxane ongeveer 425 mg natrium per dosis.
When reconstituted, Abraxane contains approximately 425 mg sodium per dose.
EMEA-V3
0.9
null
Dit dient in overweging te worden genomen door patiënten die een zoutarm dieet volgen.
To be taken into consideration by patients on a controlled sodium diet.
EMEA-V3
0.9
null
Het metabolisme van paclitaxel wordt gedeeltelijk gekatalyseerd door cyctochroom P450 isoënzymen CYP2C8 EN CYP3A4 (zie rubriek 5.2).
The metabolism of paclitaxel is catalysed, in part, by cytochrome P450 isoenzymes CYP2C8 and CYP3A4 (see section 5.2).
EMEA-V3
0.9
null
Er dient daarom voorzichtigheid in acht te worden genomen bij het toedienen van paclitaxel in combinatie met geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij of CYP2C8 of CYP3A4 remmen (bijv. erythromycine, fluoxetine, imidazol antischimmelmiddelen) of opwekken (bijv. rifampicine, carbamazepine, fenytoïne, efavirenz, nevirapine).
Therefore, caution should be exercised when administering paclitaxel concomitantly with medicines known to inhibit (e. g. erythromycin, fluoxetine, imidazole antifungals) or induce (e. g. rifampicin, carbamazepine, phenytoin, efavirenz, nevirapine) either CYP2C8 or CYP3A4.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane is geïndiceerd voor monotherapie.
Abraxane is indicated for mono-therapy.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane mag niet gebruikt worden in combinatie met andere antikankergeneesmiddelen.
Abraxane should not be used in combination with other anticancer agents.
EMEA-V3
0.9
null
Er zijn zeer beperkte gegevens beschikbaar over het gebruik van paclitaxel tijdens de zwangerschap bij de mens.
There are very limited data on the use of paclitaxel in human pregnancy.
EMEA-V3
0.9
null
Paclitaxel veroorzaakt vermoedelijk ernstige geboorteafwijkingen wanneer het wordt toegediend tijdens de zwangerschap.
Paclitaxel is suspected to cause serious birth defects when administered during pregnancy.
EMEA-V3
0.9
null
Onderzoeken met dieren hebben reproductieve toxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3).
Studies in animals have shown reproductive toxicity (see section 5.3).
EMEA-V3
0.9
null
4 vrouwen in de vruchtbare leeftijden die geen effectieve anticonceptiemiddelen gebruiken, tenzij de klinische toestand van de moeder een behandeling met paclitaxel vereist.
Abraxane should not be used in pregnancy, and in women of childbearing potential not using effective contraception, unless the clinical condition of the mother requires treatment with paclitaxel.
EMEA-V3
0.9
null
Vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen effectieve anticonceptiemiddelen te gebruiken tijdens en maximaal 1 maand na een behandeling met abraxane.
4 Women of childbearing potential should use effective contraception during and up to 1 month after receiving treatment with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Mannelijke patiënten die behandeld zijn met abraxane wordt geadviseerd geen kind te verwekken tijdens en maximaal zes maanden na behandeling.
Male patients treated with Abraxane are advised not to father a child during and up to six months after treatment.
EMEA-V3
0.9
null
Het is niet bekend of paclitaxel wordt uitgescheiden in de moedermelk.
It is not known if paclitaxel is excreted in human milk.
EMEA-V3
0.9
null
Vanwege mogelijke ernstige bijwerkingen bij baby's die borstvoeding krijgen, is abraxane niet geïndiceerd tijdens het geven van borstvoeding.
Because of potential serious adverse reactions in breast-feeding infants, Abraxane is contraindicated during lactation.
EMEA-V3
0.9
null
Het geven van borstvoeding moet worden gestaakt tijdens de behandeling.
Breastfeeding must be discontinued for the duration of therapy.
EMEA-V3
0.9
null
Paclitaxel heeft onvruchtbaarheid veroorzaakt bij mannelijke ratten (zie rubriek 5.3).
Abraxane induced infertility in male rats (see section 5.3).
EMEA-V3
0.9
null
Mannelijke patiënten dienen advies in te winnen over het conserveren van sperma vóór de behandeling vanwege de mogelijkheid van onomkeerbare onvruchtbaarheid ten gevolge van een behandeling met abraxane.
Male patients should seek advice on conservation of sperm prior to treatment because of the possibility of irreversible infertility due to therapy with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane heeft lichte tot matige invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken.
Abraxane has minor or moderate influence on the ability to drive and use machines.
EMEA-V3
0.9
null
Abraxane kan bijwerkingen zoals vermoeidheid (zeer vaak) en duizeligheid (gebruikelijk) veroorzaken die uw vermogen om een auto te besturen en machines te gebruiken, kunnen beïnvloeden.
Abraxane may cause side effects such as tiredness (very common) and dizziness (common) that may affect the ability to drive and use machinery.
EMEA-V3
0.9
null
Patiënten moet aangeraden worden geen auto te rijden en machines te gebruiken wanneer zij moe of duizelig zijn.
Patients should be advised not to drive and use machines if they feel tired or dizzy.
EMEA-V3
0.9
null
De volgende zijn de meest voorkomende en belangrijke bijwerkingen die zijn opgetreden bij 229 patiënten met metastaserende metastaserendeborstkanker die eens in de drie weken zijn behandeld met 260 mg/m2 abraxane in het klinische fase III-kernonderzoek.
The following are the most common and important incidences of adverse reactions related to 229 patients with metastatic breast cancer who were treated with 260 mg/ m2 Abraxane once every three weeks in the pivotal phase III clinical study.
EMEA-V3
0.9
null
Neutropenie was de meest opvallende hematologische toxiciteit (gemeld bij 79% van de patiënten) en was snel omkeerbaar en dosisafhankelijk; leukopenie werd gemeld bij 71% van de patiënten.
Neutropenia was the most notable important haematological toxicity (reported in 79% of patients), and was rapidly reversible and dose dependent; leukopenia was reported in 71% of patients.
EMEA-V3
0.9
null
Graad 4 neutropenie (< 0,5 x 109/l) trad op bij 9% van de met abraxane behandelde patiënten.
Grade 4 neutropenia (< 0.5 x 109/ l) occurred in 9% of patients treated with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Febriele neutropenie trad op bij vier patiënten die met abraxane behandeld zijn.
Febrile neutropenia occurred in four patients on Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Anemie (Hb < 10 g/dl) werd waargenomen bij 46% van de patiënten die met abraxane behandeld werden en was in drie gevallen ernstig (Hb < 8 g/dl).
Anaemia (Hb < 10 g/ dl) was observed in 46% of patients on Abraxane, and was severe (Hb < 8 g/ dl) in three cases.
EMEA-V3
0.9
null
Lymfopenie werd waargenomen bij 45% van de patiënten.
Lymphopenia was observed in 45% of the patients.
EMEA-V3
0.9
null
In het algemeen was de frequentie en ernst van neurotoxiciteit dosisafhankelijk bij patiënten die abraxane kregen.
In general, the frequency and severity of neurotoxicity was dose-dependent in patients receiving Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Perifere neuropathie (voor het grootste deel graad 1 of 2 sensorische neuropathie) werd waargenomen bij 68% van de patiënten die abraxane kregen, waarbij 10% graad 3 was en er geen gevallen van graad 4 waren (zie rubriek 5.1).
Peripheral neuropathy (mostly Grade 1 or 2 sensory neuropathy) was observed in 68% of patients on Abraxane with 10% being Grade 3, and no cases of Grade 4.
EMEA-V3
0.9
null
Misselijkheid trad op bij 29% van de patiënten en diarree bij 25% van de patiënten.
Nausea occurred in 29% of the patients and diarrhoea in 25% of the patients.
EMEA-V3
0.9
null
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Skin and subcutaneous system disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Alopecia werd waargenomen bij 90% van de met abraxane behandelde patiënten.
Alopecia was observed in 90% of the patients treated with Abraxane.
EMEA-V3
0.9
null
Skeletspier- en bindweefselaandoeningen:
Musculoskeletal and connective tissue disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Arthralgia trad op bij 32% van de patiënten die abraxane kregen en was in 6% van de gevallen ernstig.
Arthralgia occurred in 32% of patients on Abraxane and was severe in 6% of cases.
EMEA-V3
0.9
null
Myalgie trad op bij 24% van de patiënten die abraxane kregen en was in 7% van de gevallen ernstig.
Myalgia occurred in 24% of patients on Abraxane and was severe in 7% of cases.
EMEA-V3
0.9
null
De symptomen waren gewoonlijk van voorbijgaande aard, traden gewoonlijk drie dagen na de toediening van abraxane op en waren binnen een week opgelost.
The symptoms were usually transient, typically occurred three days after Abraxane administration and resolved within a week.
EMEA-V3
0.9
null
5 Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
General disorders and administration site disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Asthenie/vermoeidheid werd gemeld bij 40% van de patiënten.
Asthenia/ Fatigue was reported in 40% of the patients.
EMEA-V3
0.9
null
In tabel 1 staan de bijwerkingen vermeld van de toediening van abraxane aan patiënten in onderzoeken waarin abraxane is toegediend als enige middel in iedere dosis bij elke indicatie (N = 789).
Table 1 lists adverse reactions associated with the administration of Abraxane to patients from studies in which Abraxane has been administered as a single agent at any dose in any indication (N = 789).
EMEA-V3
0.9
null
De frequentie van bijwerkingen in tabel 1 is gedefinieerd met behulp van de volgende conventie:
5 The frequency of undesirable effects listed in table 1 is defined using the following convention:
EMEA-V3
0.9
null
Zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms/1000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1000); zeer zelden (< 1/10.000).
Very common (≥ 1/ 10); common (≥ 1/ 100, < 1/ 10); uncommon (≥ 1/ 1,000, < 1/ 100); rare (≥ 1/ 10,000, < 1/ 1,000); very rare (< 1/ 10,000).
EMEA-V3
0.9
null
Binnen elke frequentiecategorie worden bijwerkingen in volgorde van afnemende ernst vermeld.
Within each frequency grouping, undesirable effects are presented in order of decreasing seriousness.
EMEA-V3
0.9
null
Bijwerkingen gemeld met abraxane bij iedere dosis in klinische onderzoeken.
Adverse reactions reported with Abraxane at any dose in clinical trials.
EMEA-V3
0.9
null
Gewichtsverlies, toegenomen alanineaminotransferase, toegenomen aspartaataminotransferase, afgenomen hematocriet, afgenomen aantal rode bloedcellen, toegenomen lichaamstemperatuur, toegenomen gamma-glutamyltransferase, Onderzoeken: toegenomen bloedalkalinefosfatase
Decreased weight, increased alanine aminotransferase, increased aspartate aminotransferase, decreased haematocrit, decreased red blood cell count, increased body temperature, increased Investigations: gamma-glutamyltransferase, increased blood alkaline phosphatase
EMEA-V3
0.9
null
Toegenomen bloeddruk, gewichtstoename, toegenomen bloedlactaatdehydrogenase, toegenomen bloedcreatinine, toegenomen bloedglucose, toegenomen bloedfosfor, afgenomen bloedkalium Hartaandoeningen:
Increased blood pressure, increased weight, increased blood lactate dehydrogenase, increased blood creatinine, increased blood glucose, increased blood phosphorus, decreased blood potassium Cardiac disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Tachycardie Zeer vaak:
Tachycardia Very Common:
EMEA-V3
0.9
null
Neutropenie, anemie, leukopenie, trombocytopenie,
Neutropenia, anaemia, leukopenia, thrombocytopenia,
EMEA-V3
0.9
null
lymfopenie Vaak:
lymphopenia Common:
EMEA-V3
0.9
null
Febriele neutropenie Zeer vaak:
Febrile neutropenia Very Common:
EMEA-V3
0.9
null
Perifere neuropathie, neuropathie, hypoësthesie, paraesthesie.
Peripheral neuropathy, neuropathy, hypoaesthesia, paraesthesia.
EMEA-V3
0.9
null
Perifere sensorische neuropathie, hoofdpijn, dysgeusie,
Nervous system disorders:
EMEA-V3
0.9
null
duizeligheid, perifere motorneuropathie, ataxie, sensorische stoornis, slaperigheid.
Peripheral sensory neuropathy, headache, dysgeusia, dizziness, peripheral motor neuropathy, ataxia, sensory disturbance, somnolence.
EMEA-V3
0.9
null
Polyneuropathie, areflexie, dyskinesie, hyporeflexie, neuralgie, gevoelsverlies, syncoop, posturale duizeligheid, neuropathische pijn, tremor Vaak:
Polyneuropathy, areflexia, dyskinesia, hyporeflexia, neuralgia, sensory loss, syncope, postural dizziness, neuropathic pain, tremor Common:
EMEA-V3
0.9
null
Toegenomen traanvorming, wazig zien, droge ogen, keratoconjunctivitis sicca, madarose Oogaandoeningen:
Increased lacrimation, blurred vision, dry eye, keratoconjunctivitis sicca, madarosis Eye disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Oogirritatie, oogpijn, abnormaal zicht, verminderde gezichtsscherpte, conjunctivitis, stoornis van het gezichtsvermogen, pruritus aan het oog Vaak:
Eye irritation, eye pain, abnormal vision, reduced visual acuity, conjunctivitis, visual disturbance, eye pruritus Ear and labyrinth disorders:
EMEA-V3
0.9
null
Vertigo Oor- en labyrintaandoeningen:
Common:
EMEA-V3
0.9
null
Soms:
Vertigo Uncommon:
EMEA-V3
0.9
null
Oorpijn, tinnitus Vaak:
Ear pain, tinnitus Common:
EMEA-V3
0.9
null
Dyspneu, epistaxis, faryngolaryngeale pijn, hoest, rinitis, rinorroe
Dyspnoea, epistaxis, pharyngolaryngeal pain, cough, rhinitis, rhinorrhoea
EMEA-V3
0.9
null